ambiguïteit
ambiguïteit: < Fr. ambiguïté dubbelzinnigheid < ambi-
ambiguïteit: < Fr. ambiguïté dubbelzinnigheid < ambi-
ambitie : < Fr. ambition < L. ambitionem het rondgaan om stemmen te werven, van ambi rond + ire gaan.
ambivalent : < L. ambo beide, twee + valent < L. valens sterk zijn, betekenen.
ambulant : < Fr. ambulant < L. ambulare wandelen, lopen.
amen: < Heb. amen zeker, waarlijk < mammon vertrouwt.
Amerika : < genoemd naar de Italiaanse ontdekkingsreiziger Amerigo Vespucci (1454-1512)
amfibie!: < Gr. amphibios een double leven lieden < amphi- rond, aan beide kante + bios leven.
ammoniak : < L. sal ammoniacum een zout afkomstig uit de omgeving (h)ammonium, de oase Siwah in Libië, genoemd naar het orakel Ammon.
ammunitie: < L. admunitio fortificatie, versterking < ad- naar toe + munitio verstreken.
amnesie : < Gr. amnèsia het vergeten van a- niet + mnèstis < mnaomai ik herinner mij.
amnestie : < Gr. amnèstia het vergeten, vergeten van bedreven kwaad < a- ontkennend + mnèstis denken aan.
amoebe: < Gr. amoibè ruil, afwissel.
amoraliteit : < Gr. a- ontkennend + moraal < Fr. moral zedenleer < L. mores zeden.
amorf : < Gr. amorphos vormloos < a- onkennend + morphè uiterlijke vorm.
amortisatie : < L. admortizatio vervreemding in de dode hand < ad- naar + mortis dood.
ampère : < Genoemd naar de Franse natuurkundige Andrè-Marie Amepère 1775-1836.
ampersand(&): < Eng. and per se en per se.
amplitude: <
amulet : < L. amuletum.
amuseren : < Fr. amuser, à naar + muser staren < ML. musare gaan kijken.